Laten we eerst en bovenal van start gaan om enkele misvattingen uit de wereld te helpen; ja, Marsala is die beruchte wijn dat je in een sabayon giet. Ja, het leeuwendeel van Marsala is industriële productie, hoogstens gemiddeld in kwaliteit, goedkoop en zoet. Ja, er bestaat Marsala dat werd gebotteld met banaan of eieren. Maar ook: ja, het is een wijn dat je aandacht verdient.
Marsala is een eeuwenoude appellatie, letterlijk, dat zich in het westelijke gedeelte van Sicilië bevindt, op een uurtje rijden van de hoofdstad Palermo. Marsala dankt haar naam aan de tijd van de Arabische heerschappij en is een verbastering van mars’ el Allah, haven van God. Over God gesproken; er was een tijd dat Marsala, samen met Madeira, Porto & Sherry tot de Heilige Viervuldigheid behoorde. Maar tijden veranderen en onze vier (versterkte) musketiers hebben heel wat van hun grandeur & status moeten inboeten, helaas. Je zou erover kunnen discussiëren, maar ondanks dat de vinificatiemethode voor, bijvoorbeeld, Madeira relatief vergelijkbaar is met Marsala, is het naar alle waarschijnlijkheid Marsala dat van de vier wijnen het meeste heeft afgezien.
Waar het is misgegaan, vraag je je met een trillende stem af? Tgoh, heb je even? Laten we eerder stellen dat het een ware decennialange opeenstapeling was van slechte keuzes, de ene na de andere, gaande van korte-termijn-visie over kwantiteit-boven-kwaliteit tot het onnodig substantief vergroten van de regio en daarbovenop nog eens het gebruik van minder kwalitatieve druiven toelaten. Resultaat? Wel, zie alinea 1. Een joekel van een trauma, dát is het resultaat.
Zoals steeds schrijf ik in mijn eigen naam (all opinions stated are my own) maar voor mij, persoonlijk, zijn er enkele vuistregels om het kaf van het koren te scheiden in Marsala. Het exclusieve gebruik van de druif Grillo, overigens autochtoon aan de regio Marsala, dat van nature een hoge aciditeit koppelt aan een Mediterraans karakter met een ziltige ondertoon. Zoals steeds, kwalitatieve wijngaarden, aangeplant in contradi pal naast de Middellandse Zee, in albarello (bush vines), met een beperkte dichtheid. Hands-off winemaking, inclusief het vermijden van toevoegde gisten. Een wijnmaker die weet wat zij of hij doet. Een lange, stabiele rijping in kwalitatieve houten vaten, die dient te gebeuren in baglio’s (lees: warenhuizen) op maximum 200m van de zee. En dan; geduld. Jarenlang geduld. Een beetje zoals mijn lieftallige echtgenote met mij heeft. En dan, ten slotte; het bottelen van de wijn in visueel elegante flessen, die de uitstraling van een eeuwenoude wijn belichamen.
Op zich is dit allemaal geen rakettechnologie, maar geloof me vrij, dat is het in Marsala wel. De noemenswaardige producenten in Marsala zijn op één hand te tellen, en dan mag je zelfs nog een vinger of twee mankeren. Onthou Marco de Bartoli. Onthou Nino Barraco. En; onthou Florio (He said it! He said it!). Waar de twee andere producenten (erg) beperkt zijn in productie en mogelijkheden en (in my honest opinion) wat steekjes laten vallen bij de labelling en het storytelling-aspect (geen ontkomen aan, ook in de restaurants!) , maakt Florio het verschil. Zodanig het verschil dat zelfs The Drinks Business, Decanter, Jancis Robinson en andere beroemde wijngidsen Florio steeds frequenter onder de loep nemen. Als het ware een feniks dat herrijst (He said it! He said it!).
Florio heeft maar liefst zes miljoen liter aan Grillo (!) van oude wijnen beschikbaar in haar vier baglio’s, waarvan sommige wijnen dateren van de jaren ‘40. Betekent dit dat Florio dan ook en masse produceert? Wel, nee! Dat is het ‘em net: de productie is gelimiteerd, enkel de allerbeste vaten worden geselecteerd en jaarlijks slechts beperkt gebotteld. En ondertussen rijpen de wijnen verder, in botti (vaten) van de top-bottaio Gamba. Volstaat dat voor Florio? Nee, want men gaat er (terecht) prat op dat die jarenlange rijping nog verder uitgediept kan worden door de vaten, wanneer nodig, van tijd tot tijd te verwisselen van plek. Soms wat dichter bij de zee (extra ziltigheid), soms wat verder van de zee (rijper fruit), soms wat hoger én verder van de zee om meer temperatuur te bekomen (meer oxidatie, dieper profiel), et cetera. Een speeltuin, als het ware.
Wat ik nog meer kan vertellen? Nog zoveel meer. Over restsuiker, gaande van Vergine (zo droog als mijn humor) naar Semisecco (halfzoet) tot Dolce (zoet). En de waanzinnig brede mogelijkheden met betrekking tot foodpairing. Vergine met carpaccio van gamberi, of zelfs een Aziatisch getinte kruidige bereiding! Semisecco met een kaasbord! Dolce met chocolade! Of over onze eigen exclusieve botteling, een vrij geweldige 7jr oude Vergine! Maar dan ga ik je aandacht verliezen. Én ik heb van het waanzinnig mega-super-über-lieftallige Crombé-management (no pun intended, XOXO) een maximum word count opgelegd gekregen. En daar ik een brave jongen ben, luister ik.
Marsala. Ontdek het voor jezelf, wees de hype voor. Want who doesn’t love a good comeback story?